Bloed prikken is een vaardigheid die je tijdens je coschappen goed kunt aanleren. Het is makkelijkst om bloed te prikken middels een vena punctie in de elleboogplooi. Hier lopen namelijk grote vaten. Bloed prikken leer je het beste door het heel erg vaak te oefenen, maar hopelijk geeft dit artikel je een beetje houvast.

venapunctie

  1. Voordat je begint met het daadwerkelijke prikken, ga je op zoek naar een bloedvat. Laat de patiënt zijn arm strekken. Bij sommige mensen kan je zelfs met het blote oog een vat zien lopen. Zie je geen vat, schrik dan niet. Meestal kan je vaten ook heel erg goed voelen. In mijn persoonlijke ervaring kan je zelfs het beste afgaan op je gevoel in plaats van wat je met je ogen ziet. Een bloedvat voelt een beetje elastisch aan onder de huid. Voel bij jezelf maar eens, bijvoorbeeld na het sporten. Je bloedvaten zetten zich dan uit, waardoor ze makkelijker voelbaar zijn in je elleboog of bijvoorbeeld op je hand. Probeer ook of je de richting van het bloedvat kan vervolgen.

  2. Zie of voel je geen bloedvaten, dan kan het helpen om te stuwen. Doe een stuwband om de bovenarm van de patient.

  3. Je hebt een bloedvat gevonden, je weet in welke richting die loopt (en dus in welke richting je moet prikken). Top! Doe allereerst de stuwband weer even af voordat je al je spullen gaat pakken. Dat is wel zo aardig voor de patiënt!

  4. Zorg dat je al je spullen in de buurt hebt. Voor het uitvoeren van de venapunctie heb je nodig:

  • Een naald en bijpassende houder

  • Bloedbuisjes (worden ook wel vacutainers genoemd). Zorg dat je de goede kleur buisjes hebt voor de bepalingen die zijn aangevraagd. Meestal kan je dit terugvinden op de aanvraag of de stickers. Soms maakt het ook uit in welke volgorde je de buisjes afneemt, leg ze dus in de juiste volgorde klaar.

  • Een gaasje en alcohol (om te ontsmetten)

  • Een gaasje (om af te drukken)

  • Een stukje medische tape (om af te plakken)

  • Handschoenen


5. Draai de naald in de houder. Doe de stuwband opnieuw om. Doe je handschoenen aan en desinfecteer de plek waar je wilt gaan prikken met een gaasje met alcohol. Houd met je ene hand (degene waarmee je niet gaat prikken) de arm van de patiënt vast en zorg dat de huid strak is gespannen. Met je andere hand prik je in een vloeiende beweging, onder een hoek van 10-30 graden, de naald in het bloedvat.

6. Houd de naald op zijn plek en pak met je andere hand een bloedbuisje. Klik het buisje in de houder. Probeer de naald zo min mogelijk te bewegen. Als de naald in het vat zit, stroomt het buisje nu automatisch vol. Als het buisje vol is, kan je hem eraf halen en de volgende in de houder plaatsen, totdat je alle buisjes hebt gehad.

Het kan ook dat er geen bloed in het buisje stroomt. Dat betekent dat de naald niet goed in het vat zit. Soms helpt het om de naald een klein stukje terug te trekken. Als dat ook niet helpt zal je een nieuwe prikpoging moeten doen. Let op: haal altijd eerst het buisje uit de houder voordat je de naald eruit haalt! Het buisje trekt namelijk vacuüm. Het is daarom erg onprettig voor de patient als je het buisje op de houder laten zitten bij het verwijderen van de naald!

7. Als alle buisjes zijn gevuld kan je de naald verwijderen. Druk af met een gaasje en plak af met een stukje medische tape.

Bekijk ook dit filmpje!