Tegenwoordig worden er vaak elektronische bloeddrukmeters gebruikt om een bloeddruk te meten. Het enige wat je hoeft te doen is de manchet om de bovenarm van de patiënt te doen, op ‘aan’ te drukken en even later krijg je de waarde te zien. Erg handig, maar toch is het als dokter wel belangrijk dat je ook weet hoe je een bloeddruk handmatig kunt meten. Lees in dit artikel hoe je dat doet, stap voor stap.


achtergrondinformatie

Een bloeddruk bestaat uit twee waardes:

  1. De bovendruk (systolische bloeddruk). Dit is de hoogst meetbare druk, die ontstaat als de hartspier samentrekt.

  2. De onderdruk (diastolische bloeddruk). Dit is de laagst meetbare druk, die ontstaat als de hartspier zich ontspant.

We meten de bloeddruk door een groot bloedvat in de bovenarm (a. brachialis) dicht te knijpen met een manchet. Vervolgens wordt de druk in de manchet langzaam afgebouwd. Het punt waarop het lukt om weer een klein beetje bloed door het vat heen te krijgen, is de bovendruk. Het punt waarop het bloedvat weer helemaal open is en de weerstand weg valt, is de onderdruk. We kunnen met een stethoscoop luisteren naar wat er in het vat gebeurt. Op het moment dat er namelijk wrijving ontstaat in een bloedvat (turbulentie) maakt dat geluid. Een bloedvat wat wordt dichtgeknepen zorgt voor wrijving. Een vat dat volledig open staat heeft geen weerstand, en maakt dus ook geen geluid.

de bloeddrukmeting

Voor een handmatige bloeddruk meting heb je nodig:
- Een manchet
- Een geijkte bloeddrukmeter
- Een stethoscoop

  1. Laat de patiënt eerst even rustig gaan zitten voordat je met de meting begint. Laat de patiënt de armen ontspannen naast het lichaam hangen of op de tafel rusten. Dikke bovenkleding kan het beste worden uitgetrokken. Zorg dat de patiënt niet praat tijdens de meting.

  2. Doe de manchet om. De manchet moet zich ter hoogte van het midden van het borstbeen bevinden.

  3. Leg de stethoscoop in de elleboogsplooi.

  4. Pomp de manchet op totdat je geen geluid meer hoort. Bij de meeste mensen volstaat oppompen tot ongeveer 200 mmHg.

  5. Laat vervolgens langzaam de manchet leeglopen. Noteer het moment dat je voor het eerst tonen gaat horen: dit is de bovendruk.

  6. Laat de manchet verder leeglopen tot je geen tonen meer hoort. Dit is de onderdruk.

  7. Als je twijfelt, laat dan de manchet helemaal leeglopen en herhaal daarna je meting.

Wat is een goede bloeddruk?

De ideale bloeddruk is 120/80 (oftewel: een bovendruk van 120 mmHg en een onderdruk van 80 mmHg). Een bloeddruk van 140/90 wordt nog als normaal beschouwd. Daarboven beschouwen we de bloeddruk als te hoog.

Bij ouderen wordt een iets hogere bloeddruk soms geaccepteerd. Echter weten we dat dat bij een bloeddruk hoger dan 140/90 de kans op hart - en vaatziekten toeneemt, ook bij ouderen. Er moet daarom afgewogen worden wat de voor - en nadelen zijn van het behandelen van een hoge bloeddruk.

Het ‘Witte Jassen Effect’

Het is heel onhandig, maar het komt regelmatig voor: het zogenaamde ‘witte jassen effect’. Daarmee wordt bedoelt dat de bloeddruk hoger uitvalt op het moment dat je deze meet in een medische setting. De achterliggende theorie zegt dat het doen van een bloeddrukmeting onbewust stress geeft bij de patiënt, waardoor de bloeddruk stijgt. Je mag daarom nooit op basis van één meting stellen dat een patiënt een chronisch te hoge bloeddruk heeft.

Soms kan een 24-uurs bloeddrukmeting worden gedaan als men twijfelt over de invloed van het ‘witte jassen effect’.