beoordeling van een ecg in 5 stappen


zoek jij een leuk aandenken aan jouw studie tijd?
neem eens een kijkje in de webshop


1.     Hartritme

Beoordeel het soort ritme dat je ziet. Zie je P-toppen, gevolgd door een QRS complex? Dan heb je te maken met een sinusritme. Zo niet, dan heb je waarschijnlijk te maken met een hartritme stoornis. 

 

2.     Hartfrequentie

Een normale hartfrequentie ligt tussen dan 60 en 100 slagen per minuut. Heb je een ritme onder de 60, dan noemen we dit een bradycardie. Een ritme boven de 100 noemen we een tachycardie.

 

3.     Geleidingstijden

De geleidingstijden vertellen je iets over de geleiding van de signalen in het hart. 

De PQ-tijd (gemeten vanaf het begin van de P-top tot aan het begin van het QRS complex) staat voor de tijd die het kost om het signaal vanuit het atrium via de AV-knoop naar de ventrikels te sturen. Een normale PQ-tijd bedraagt 0.12 tot 0.20 sec. Een verlengde PQ-tijd wijst dus op vertraagde geleiding door de AV-knoop; we noemen dit ook wel een AV-blok.

De geleidingstijd van het QRS complex zegt iets over hoe lang het duurt voordat de ventrikels depolariseren. Normaal duurt dit maximaal 0.10 sec. Een verlengde QRS duur kan wijzen op een bundeltakblok. 

De QT tijd wordt gemeten vanaf de start van het QRS complex tot aan het eind van de T-top. Deze tijd zegt iets over hoe lang het duurt voordat de ventrikels weer gerepolariseerd zijn. De QT tijd verschilt bij verschillende hartfrequenties, daarom wordt de tijd hiervoor gecorrigeerd, wat wordt uitgedrukt in de QTc tijd. Een normaal QTc is voor vrouwen maximaal 0.460 sec en voor mannen maximaal 0.450 sec. Een verlengde QTc tijd kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld als het hart is beschadigd na een doorgemaakt infarct, maar kan bijvoorbeeld ook een genetische aanleg zijn (het lange QT-tijd syndroom). Van sommige medicijnen is bekend dat zij de QTc tijd kunnen verlengen.

 

4.     Hartas.

De hartas zegt iets over in welke richting de elektrische signalen in het hart worden geleid. Een normale hartas staat tussen de -30 en +90 graden (ookwel een intermediare hartas), wat in de praktijk betekent dat de elektrische signalen zich in de richting van afleiding II bewegen (maar ook deels richting afleiding I en avF). Heb je een positieve uitslag van het QRS complex is zowel I als II, dan heb je per definitie een intermediare hartas.

 

5.     Morfologie van P-top, QRS-complex en ST-segment.

Een te grote P-top kan een teken zijn van hoge belasting van het atrium, wat zorgt voor atriumdilatatie. We noemen zo’n P top ook wel en P Pulmonale. In het QRS complex kan je bijvoorbeeld pathologische Q’s zien, die kunnen wijzen op een doorgemaakt infarct. Normaal gesproken zie je over de precordiale afleidingen (V1 t/m V6) dan de R-top geleidelijk grotere uitslagen heeft, met een maximum in V5. Dit noemen we normale R-top progressie. Het ST-segment is normaal op niveau van de basislijn. Is er sprake van elevatie of van depressie, dan kan dit wijzen op acute ischemie van het mycoard. De T-top kan door veel verschillende oorzaken veranderen van vorm. Een bekende is het zien van spitse T-toppen bij een hyperkaliemie. 

Indien er een oud ECG bestaat, is het aanbevolen om het nieuwe ECG hiermee te vergelijken. Daarmee kan je onderscheid maken tussen aandoeningen die de patient al had, en of er nu nieuwe afwijkingen te zien zijn.

Horloge voor medisch personeel

Horloges

Voor medisch personeel. Makkelijk te bevestigen aan jouw uniform of witte jas!


tijd om te oefenen!

Bekijk het onderstaande filmpje om te oefenen met het beoordelen van een ECG.
Wat zie je?


fan van de coassistent?

Bedankt!